Het instrument
De gender is een metallofoon met relatief dunne toetsen, die zijn opgehangen met twee touwtjes die over twee rijen korte pootjes lopen die in het houten onderstel steken. Het onderstel is grotendeels opengewerkt zodat de buisvormige resonatoren onder de toetsen zichtbaar zijn. Deze klankbuizen werden oorspronkelijk van bamboe gemaakt waarbij dit zo werd gesneden dat een knoop tussen twee segmenten precies de goede buislengte opleverde voor optimale resonantie van iedere toon. Tegenwoordig worden de klankbuizen meestal van zink gemaakt, deze zinken buizen worden geel geverfd om op het oorspronkelijke bamboe te lijken.
De ontstaansgeschiedenis
Pangeran Buminata – een broer van Susuhunan Paku Buwono IV (1768-1820), heerser van het hof van Surakarta – heeft uitgevonden dat door de bovenkanten van de buizen af te dekken met een diafragma met een kleine opening, de buizen veel korter kunnen zijn dan zonder deze ingreep. Hierdoor konden de instrumenten lager worden en konden de bespelers gewoon achter de instrumenten op de grond zitten, zoals alle gamelanspelers, en voldoen aan de etiquette dat al het personeel van de Susuhunan lager geplaatst was.
Drie genders per gamelan
Op Bali vormen de genders de ruggengraat van de gamelan maar op Java wordt deze rol door de sarons vervuld en hebben de genders een meer gespecialiseerde functie. Er zijn drie genders per gamelan per stemming: de gender panerus en de gender barung, ieder met een omvang van drie octaven en de slenthem die maar één octaaf beslaat met dezelfde toonhoogtes als het onderste octaaf van de gender barung. De gender panerus is een octaaf hoger gestemd dan de gender barung maar vervult in de traditionele gamelan dezelfde rol van omspeling van de hoofdmelodie. De slenthem heeft veel grotere toetsen en resonatoren dan de andere twee genders en is daardoor ook veel beter te horen ondanks de lage stemming.
De stokken
De genders worden bespeeld met stokken met een schijfvormige houten kop. Rondom de kop loopt een rond stoffen bandje in een gleuf voor de gewenste milde aanslag. De stok wordt door de speler losjes tussen de wijs- en de middelvinger vastgehouden, behalve bij de slenthem waarvan de stok gewoon stevig wordt vastgehouden.
De tonen van de genders klinken het langste na van alle instrumenten van de gamelan op de grote gongs na; een gendertoon kan een minuut doorklinken. Door de bespelingswijze met twee handen tegelijk is de gender het enige polyfone instrument in de gamelan en met de lange doorklinktijd is een goede demptechniek erg belangrijk. Tonen worden gedempt met dezelfde hand die ze heeft aangeslagen, met de duim, de pink, de rug van de hand, of na grotere sprongen vanuit het basregister met de elleboog. Deze demptechniek is ontwikkeld voor het traditionele repertoire en is niet altijd vol te houden bij nieuwe composities met snelle of grote sprongen in de melodische lijn, zodat de helderheid van zo’n partij tegen kan vallen.
Slendro & pelog
Speelwijze
De gender is dankzij het grote bereik en de tweestemmigheid het meest virtuoze instrument van de gamelan en is goed geschikt voor solopartijen, maar dan moeten de begeleidende partijen wel zacht geïnstrumenteerd en bespeeld worden want de beide hoge genders hebben door de zachte stokken en kleine toetsen een zoemend, weinig doordringend geluid. Het is mogelijk om met stokken zonder het fluwelen randje te spelen zodat een hout op metaal klank ontstaat, maar dit is eerder een speciaal effect dan een oplossing voor het volume probleem. Het is opvallend dat in octaven gespeelde gendertonen veel beter te horen zijn, maar over het algemeen moeten gendersolo’s zachtjes begeleid worden en zijn genderpartijen in tutti passages alleen in pianissimo gedeeltes hoorbaar.