Het instrument
De saron heeft 7 toetsen van een type brons dat gebruikt wordt voor alle instrumenten van de gamelan met metalen toetsen en gongs. Deze legering heet krawang en kan bij goedkopere gamelans vervangen worden door ijzer.
De toetsen van de saron liggen op een bijna massief houten onderstel met alleen onder de toetsen een vrij ondiepe resonantie ruimte. De toetsen hebben aan weerszijden een gaatje waardoor ze kunnen worden bevestigd op metalen pinnen die uit het houten onderstel steken. Om vrij te kunnen trillen liggen ze op gevlochten bamboe kussentjes die eerst op de pinnen zijn gestoken.
Drie maten
Sarons zijn er in 3 maten: klein, genaamd saron panerus (die kortweg peking wordt genoemd); middelmaat, genaamd saron barung (kortweg saron); en groot, genaamd saron demung (kortweg demung). Deze instrumenten verschillen onderling een octaaf in toonhoogte, hoe groter hoe lager uiteraard. De grootte van een gamelan kan aan het aantal sarons worden afgelezen, hoewel er altijd maar één saron peking in een gamelan aanwezig is. Dat wil zeggen 1 per stemming want alle instrumenten in de gamelan worden verdubbeld voor de twee stemmingen slendro en pelog.
Speelwijze
Bij traditionele gamelanmuziek spelen de sarons de melodie lijn (balungan). Met de bonangs zijn zij de luidste instrumenten van de gamelan, vooral een hard aangeslagen demung kan de pijngrens benaderen. Voorzichtig gespeeld kunnen zij ook piano klinken, maar pianissimo spelen vergt grote vaardigheid. Een speciale speeltechniek is alle toetsen tegelijkertijd te dempen met de onderarm. Dit kan van pas komen bij snelle passages omdat het bij het normale dempen eventjes tijd kost om de zware toetsen stil te krijgen.
In het algemeen zal bij het toenemen van het speeltempo en bij snelle figuren de articulatie van de javaanse gamelan minder van kwaliteit worden omdat de instrumenten niet voor deze speelwijze zijn gebouwd. De speelbaarheid van snelle passages kan door de componist alleen goed worden ingeschat door er eerst enige ervaring mee op te doen.
Slendro & pelog
Voor de beide stemmingen is het bereik van de saron 7 tonen, voor de heptatonische pelog stemming een volledige toonladder (1 2 3 4 5 6 7), terwijl bij de pentatonische saron slendro de toonladder onder en boven aan een extra toon heeft (6 1 2 3 4 5 6 1).
De hamer
Sarons worden bespeeld met een tamelijk grote houten hamer, behalve de peking die met een hoornen hamer wordt bespeeld (een harder materiaal dat dit instrument dan ook bijzonder goed hoorbaar maakt). In vergelijking met mallets voor bijvoorbeeld de vibrafoon zijn deze hamers veel zwaarder omdat de toetsen ook relatief dik en zwaar zijn, en dit maakt het bespelen van de saron in snelle passages moeilijker, zeker naarmate de intervallen groter worden.
De hamer wordt met de rechterhand gehanteerd terwijl met de linkerhand de vorige aangespeelde toets wordt gedempt door er vrij stevig in te knijpen, zodat de linkerhand de rechterhand met enige vertraging volgt. Het is ook mogelijk tegelijkertijd te dempen en aan te slaan waarbij een kort en dof geluid geproduceerd wordt.